Nasi een makkelijk en snel rijstgerecht. De nasi uit de Indonesische keuken is natuurlijk het lekkerste en die van de Chinees op de hoek het smerigst. Deze staat stijf namelijk van de vetsin (E621), als je je opgeblazen voelt of enorm snel weer trek hebt na het eten van Chinees, is de vetsin de veroorzaker. Helaas zit vetsin (E621) ook in de kant en klare zakjes nasi,-en bamikruiden. En deze zakjes bevatten vaak ook suiker en een van zijn vele vormen.
Voor mij reden genoeg om mijn nasi zelf te kruiden. En dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn.
Nodig voor 4 personen:
– 3 kopjes zilvervliesrijst;
– 250 gram nasigroenten;
– 300 gram kipfiletblokjes (optioneel)
Voor de kruiden:
– 2 tenen knoflook;
– 1/2 cm geraspte gember;
– 1 tl komijnzaad;
– 1 tl korianderblad;
– 1 tl citroengras;
– 1 tl kurkuma;
– zeezout en peper.
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Of gebruik al voorgekookte (geprepte) rijst.
Warm olie in de wok en doe hierin de knoflook, gember en de kruiden. Roer door met een houten lepel en voeg dan de kipfilet toe. Bak de kipfilet 5 minuten.
Voeg nu de nasigroenten toe en wok deze mee tot ze geslonken zijn. Wil je de nasi zonder kipfilet dan kunnen gelijk de groenten aan de kruiden worden toegevoegd tot ze geslonken is.
Dan de rijst kan de rijst in de wok en al roerend meebakken tot de rijst goed vermengd is met de groenten en kip.
Zelf vind ik nasi de tweede dag lekkerder en daarom bereid ik de nasi vast voor om op werkdagen binnen een hele korte tijd eten op tafel te hebben.
Lekker met zelfgemaakte kipsaté, broccoli met sesamzaadjes en een gebakken eitje. En natuurlijk kroepoek.
Eet smakelijk!